Praat niet met wielerfanaten over doping. Zoveel is me wel duidelijk geworden na mijn debuut als (mede)-Tourdirecteur van de Goorse Tourpoule. Ze steken hun hoofd in het zand, praten recht wat zo krom is als een hoepel en zien niet in dat de door hun zo geliefde sport zo verrot is als drijfhout. Het heeft wel iets komisch: goed opgeleide jongens, sportkenners ook, die braaf elke koers weer verrukt raken van iets dat meer weg heeft van een slecht geschreven aflevering van Dallas.
Vooropgesteld: het is leuk om een spel te organiseren waaraan honderden Gorenaren veel plezier beleven. Ook ik ben al jaren fanatiek deelnemer. Maar de sport op zich heb ik jaren geleden vaarwel gezegd. Ze doen hun best maar. Ik hoop dat de door mij gekozen renners goed presteren en moedig ze zelfs fanatiek aan. Maar ik kan het niet laten alle beschouwingen, commentaren en verslagen met meer ironie (sarcasme zelfs) dan liefde te volgen.
Ploegenspel, combines, onderlinge afspraken, radio(telefoon)contact in de koers en vooral doping hebben van wielrennen een sport gemaakt die in weinig meer verschilt van Amerikaans worstelen. Leuk om naar te kijken, maar je weet dat je gefopt wordt. Ook in Huize Schabbink zijn we voor de zoveelste keer met de neus op de feiten gedrukt. Braaf moedigden mijn zoontjes Mikel Astarloza aan (“nummer 61 in het oranje-shirtje”), want die zat immers in papa’s ploeg. Maar aan het eind van het liedje moest papa uitleggen dat Mikeltje de zoveelste wielrenner was die niet kon winnen zonder vals te spelen. Godzijdank gebeurde het na de Tour, zodat het mij geen punten kostte. Net zoals de Italiaanse wielrenner Ricco vorig jaar. Die werd eruit gehaald wegens doping, maar niet nadat-ie twee etappes had gewonnen. Diegenen die hem niet hadden gekozen? Jammer dan. Toch vul ik het formulier voor de Tourpoule volgend jaar opnieuw met evenveel fanatisme in want het blijft uiterst vermakelijk om te voorspellen wat er gebeurt met een peloton bedriegers.
Intussen is het voetbalseizoen weer van start gegaan. Mensonterend vroeg, dat wel. FC Twente speelde twee bloedstollende wedstrijden in de voorronde van de Champions League. En zaterdagavond was ik als supporter bij de superspectaculaire overwinning van mijn clubje Heracles tegen AZ. Ik weet weer genoeg. Het verschil tussen sport en wat zich sport noemt kan heel groot zijn.
Bert Schabbink
62