Rijkens: Wethouder grossiert in vooroordelen

De wethouder grossiert in vooroordelen! Dat is de strekking van een ingezonden brief van fractievoorzitter Fred Rijkens van de PvdA. Hij reageert daarmee op een interview met wethouder Pieter van Zwanenburg in de TC/Tubantia over de situatie rond kampster Martha Wolters en de vraag naar woonwagenstandplaatsen. Ook hekelt hij de poll op deze site waarin de vraag werd gesteld of Wolters recht heeft op een permanente plek. Rijkens noemt dat ook stigmatiserend. Uit die poll blijkt overigens dat iets meer dan de helft van de stemmers Wolters die plek wel gunt. De familie is inmiddels weer verhuisd en staat u weer op de plek waar deze drie dagen geleden is vertrokken bij de ‘eerste vijver’ op de Kevelhammerhoek (foto). Het ingezonden stuk van Fred Rijkens is hieronder de lezen.


In de Tubantia van afgelopen week stond een tenenkrommend interview met Wethouder van Zwanenburg. Tenenkrommend omdat hij in dat interview duidelijk maakt dat hij oordelen velt over woonwagenbewoners (reizigers) op grond van onjuiste informatie. Daarmee stigmatiseert van Zwanenburg een bevolkingsgroep die op dat vlak toch al het nodige te verduren heeft gehad.

Zo vraagt Zwanenburg zich bijvoorbeeld af met wat voor cultuur hij dan eigenlijk te maken heeft. Dit omdat men niet op een kampje wil staan omdat men het onderling niet met elkaar kan vinden. Kennelijk veronderstelt de wethouder dat het bij de reizigerscultuur hoort om gezamenlijk op een plek te worden gehuisvest. Niet is echter minder waar.

Zwanenburg haalt hier zigeuners en reizigers door elkaar. Reizigers zijn eigenlijk te vergelijken met beurtschippers. In het verleden verplaatsen deze Nederlanders zich met hun woonwagen- of schepen naar plaatsen waar men werk kon vinden (bv. in het seizoen bij boeren). Dat deed men niet in groepsverband maar meestal in gezinsverband. Daar is een eind aan gemaakt door de voorgangers van de wethouder. Deels op grond van eerzame overwegingen maar toch vooral ook omdat men het niet beschaafd genoeg vond.

Vervolgens heeft men alle reizigers in Nederland verplicht om op grote woonwagenkampen te gaan wonen. Meestal afgesloten en ver gelegen van de ‘gewone’ samenleving. Dat in groepsverband wonen heeft dus niets met cultuur te maken maar was feitelijk het begin van de ellende voor reizigers die tegen hun zin gedwongen werden om op een kamp te gaan wonen. Verstoken van werk, gedwongen geen deel meer uitmakend van de samenleving en dicht op elkaar wonend. Zo ontstonden er een soort getto’s waar het voorspelbaar niet altijd even goed verliep maar wie moet je dat verwijten?

Los van dit feit maakt de wethouder nog een cruciale fout door te stellen dat ‘iedereen wel zo’n plekje zou willen hebben’. Dat is een redenering vanuit het nu waar menigeen spaart voor een camper waarmee die best een jaar lang door Europa mag trekken (hij wel!). Maar in de tijd van het het verbod op het reizen met woonwagens keek men daar heel anders tegen aan. Een woning met een tuintje was de norm en iemand die met een woonwagen door Europa trok werd steeds meer gezien als een zwerver.

Met de ogen van nu kijken we daar anders tegen aan dan toen het geval was. Gek alleen dat we ons zelf nu wel het recht toeëigenen om door Europa te trekken maar mensen die in een woonwagen (een soort camper avant la lettre) zijn geboren veroordelen om hun veel-eisendheid.

Dat is wat de wethouder namelijk doet. Hij heeft immers wel meer aan zijn hoofd dan dit gezemel want zijn er geen bewoners op ’t Tuindorp die graag een toilet op de bovenverdieping willen en zijn er dan geen ouderen die gehuisvest willen worden in Delden. Appels met peren heet zo iets. De commissie voor de rechten van de mens heeft nu eenmaal uitgesproken dat iedereen die in een woonwagen is geboren het recht heeft op het wonen in een woonwagen. Met andere woorden: deze commissie vindt dat we als gemeenschap iets verkeerds hebben gedaan door in het verleden mensen te verbieden om te leven zoals ze dat zelf graag wilden. En gelijk hebben ze. Martha Wolters zegt het zelf: “Dit is het mooiste wat er is”
B

ovendien wordt er in onze gemeente ook nagedacht over zogenaamde ‘mini-woningtjes’. Eigenlijk zijn dat piepkleine woningen (zonder wielen) die vaak op mooie natuurlijke plaatsen worden neergezet. Dat mag dan weer wel van de wethouder want daar gaat het om nette burgers die wel enthousiast zijn over ‘de inclusieve samenleving’. Het beleid in het verleden naar reizigers heeft mensen eerst van hun brood veroverd, hun reiscultuur afgepakt en ze vervolgens gestigmatiseerd omdat het in die vrijwillige kampen nu eenmaal, voorspelbaar, niet zo goed ging bij sommigen. De wethouder doet er goed aan om zich eerst eens in de geschiedenis van reizigers te verdiepen voordat hij zijn vooroordelen de vrij loop laat. Hiermee bevestigd hij wat veel mensen uit onwetendheid vinden.

Die mensen mogen overigens op Goorsnieuws ook hun steentje bijdragen aan dit stigmatiseren en daar de vraag beantwoorden “Of Martha Wolters recht heeft op een woonwagenplek”. Moeten we ons als samenleving juist niet een beetje schamen voor de manier waarop we, voorheen zelfstandig verdienende mensen, onnodig in de ellende hebben gestort?

Fred Rijkens,

PvdA Hof van Twente