De medewerkers van Gildebor maaien op sommige plekken in de openbare ruimte minder gras of op een andere manier. Dit omdat de gemeente biodiversiteit wil stimuleren. Biodiversiteit wil zeggen dat er meer planten- en bloemensoorten groeien die weer insecten en andere dieren aantrekken. Dat is goed voor het natuurlijke evenwicht. Zo zijn bijvoorbeeld sluipwespen belangrijk om eikenprocessierupsen tegen te gaan. De sluipwespen hebben weer nectarplanten nodig om van te leven. Als er teveel en te kort wordt gemaaid kunnen die planten niet groeien. Om wat meer ruimte te geven aan groei en bloei zijn bij de gemeente regels vastgelegd voor het onderhoud en het maaien.

Zo worden de verlaagde stukken van de wadi’s twee keer per jaar gemaaid. De overige grasvlakken rond de wadi’s gemaaid als gazon wat inhoudt dat dat één keer per negen dagen gebeurd vanaf april tot in het najaar. Op begraafplaatsen word het gras word eveneens gemaaid als gazon evenals het gras langs straten en stoepen. Een groot aantal grasvelden in de wijken worden weer minder gemaaid vanwege de biodiversiteit.
Het zogenoemde ruwe gras langs invalswegen van de kernen en in overgangsgebieden
bijvoorbeeld tussen woonwijk en buitengebied wordt acht keer jaar gemaaid. Meer informatie hierover via deze LINK.