Feesboek…

Soms floepen dingen er zomaar uit. Het gebeurde mij tijdens de presentatie van het jaarboek. We zaten bij elkaar in de kantine van de, zoals ik het nog steeds noem, Oudheidkamer. Meteen een tik over de vingers van de heren historici want het is tegenwoordig Goors Historisch Museum. Afijn, we zaten dus bij elkaar.

Nu zijn dat niet mijn favoriete bezigheden: netjes opzitten en pootjes geven. Maar het jaarboek verdient een nette presentatie en dus moest ik er ook aan geloven als scribent van het naslagwerk. De hoofdredacteur van Goorsnieuws (ja, hij bestaat echt) sprak mooi, de voorzitter van het museum sprak mooi en toen was het mijn beurt. De vingers gleden door de bladzijden en toen viel het mij uit de bek als een koe uit het gat. “T’is wel een mooi Keesboek geworden”. De fantasie sloeg meteen op hol bij de aanwezigen. Vooral de delegatie van Maarkelsnieuws was er als de kippen bij na mijn vorige column. Terwijl ik met Keesboek niets anders bedoelde dan een fusie tussen een kijk- en leesboek.
De hoofdpersoon ontbrak in het museum: Wolter Wiegerinck. Met kennisgeving en goede reden. Wolter’s vrouw Gerrie heeft onlangs een zware heupoperatie ondergaan en revalideert thuis. Dus op de fiets naar Wolter om daar het 1ste exemplaar te overhandigen. “Ik bun niet zo’n internetman”, vertelde Wolter toen hij voor de plichtpleging werd benaderd. Dat was ook niet de reden waarom hij werd uitgekozen. Wolter en zijn werk zijn overal in de Goorse samenleving terug te vinden. Zicht- en onzichtbaar. Wolter kleurt Goor: als kunstenaar, maar bovenal als mens. Zichtbaar geëmotioneerd nam hij het jaarboek in ontvangst. Meteen kwam de artistiek vormgever in ‘m boven. “Mooie kaft. Origineel met die letters over elkaar. Zie je niet vaak”.
Gerrie keek toe achter het raam, vanaf het ziekbed. Ik vond het mooi geweest. Tijd voor bier. Naar ’t café. Ik vertelde aan de toog. De kastelein was, zoals altijd, alert. “Keesboek is mooier dan Facebook”.

Bert Schabbink