Beter mijn best doen…

Het is goed als anderen je wijzen op vastgeroeste manieren van doen. Mijn werk brengt met zich mee dat er een open houding moet zijn. Vooroordelen zijn giftig en mijn mening is niet zo belangrijk. Hoe hou je dat scherp als je zelf ook maar gewoon een mens bent en daar niet altijd even goed in bent? Op die vraag kreeg ik antwoord uit onverwachte hoek…

Ik kwam in gesprek met een vader van één van onze leerlingen. Er was even iets mis gegaan en daar moesten we het over hebben. Als je jong bent moeten dingen ook juist fout gaan. Fouten maken is een eerste levensbehoefte in het volwassen worden en in de ontwikkeling. Immers, als je nooit fouten maakt zul je nooit leren hoe het anders kan.

In de afgelopen achttien jaar heb ik honderden gesprekken gevoerd met ouders. Ondanks de ‘dril’ er open en zonder mening in te gaan, bleek er toch wat beroepsdeformatie ingeslopen te zijn. Ik kreeg gedurende het gesprek het gevoel dat vader het allemaal niet zo serieus nam en dat alles met bagatelliseren van tafel geveegd werd. Ik benoemde dat ik dat gevoel kreeg. Vader ging ineens ‘aan’ als door de bliksem getroffen. “Beste meneer, zal ik u eens wat vertellen”, begon zijn lesje naar mij…

“Ik heb een horecazaak en we hebben de laatste twee jaar moeten interen op ons spaargeld. Ik heb geen pensioenpotje meer en moet binnenkort de coronasteun gaan terugbetalen. Ik heb al mijn personeel moeten ontslaan. Zelfs mijn geliefde kok die al 25 jaar bij ons in dienst was en mijn zoon op de arm heeft gehad toen hij nog een baby was. Ik wil buiten mijn terras aanpassen maar heb hierover een conflict met de gemeente over de vergunning. Het is bij ons, ondanks dat ik er heel erg scherp op ben, een keer mis gegaan met alcohol onder de 18 jaar…”

“Ook ben ik beboet voor die klootzak die in mijn zaak een sigaret opstak. Hij liep al rokende weg, heeft geen centje pijn en ik mag betalen en voor dat glaasje wijn aan het 17-jarige meisje kreeg ik een officiële waarschuwing van de Burgemeester. Ik moet mij houden aan van alles en nog wat. Ik word ingezet als verlengstuk van Den Haag waar ze de meest achterlijke dingen bedenken. Er wordt niet aan mij gevraagd of ik dat wil of kan. Ik heb geen keus, ik moet…”

“Ik ben boos, verdrietig en teleurgesteld. Ik wantrouw alles wat te maken heeft met ‘overheid’, de meest onbetrouwbare partner die je kunt hebben. En u, meneer van deze school, u vertegenwoordigt ook iets wat hiermee te maken heeft. En óók u zegt dat ik wéér iets moet of niet goed doe…”

Ik ben even stil. Ik kijk hem aan en bedank hem. “Bedankt dat u mij heeft helpen herinneren dat ik met ‘mensenwerk’ bezig ben. Ik moet beter mijn best doen, zullen we dit gesprek opnieuw beginnen?”

Namens Niels,

een fijne dag…