Schoolloos…

Wat zullen veel mensen hebben gebaald tijdens de eerste weken van hun zomervakantie. Het kwam werkelijk met bakken uit de lucht. Wat had ik het te doen met die man uit Amstelveen, op camping Bergzicht, die al briesend z’n caravan weer aan het inpakken was en met gezwinde spoed terug richting het westen trok…

“Het is toch verdomme niet normaal! Het hele jaar moet ik keihard ‘pokkelen’ bij de fabriek en iedere maand een beetje sparen om met m’n gezin twee weken op vakantie te kunnen. Ongeveer drieëntwintig dagen kan ik per jaar snipperen en uitgerekend tijdens die dagen moet het hier weer regenen!” Mijn geintje dat hij nu in ieder geval wel aan de goede kant van Nederland zat kon hij niet waarderen. Net zo min er een lachje af kon dat ik zei dat hij hier écht bier kon drinken in plaats van dat slappe aftreksel wat ze in zijn woonplaats produceren.

De vakantie zit er op voor vrijwel iedereen. De blagen weer heerlijk naar school en de papa’s en de mama’s aan de bak. Voor mij dit jaar een ander begin als anders. Geen kakelende schooljongeren om me heen, nul roosterstress, nergens huilende brugklassertjes of kennismakingsactiviteiten. Geen Meneer Kremers meer, maar gewoon Niels. Geen doorgeslagen ‘tokkies’ van ouders die met gebalde vuistjes tegenover me staan omdat ze het niet aanstaat hoe ‘de grote mensen wereld’ werkt in combinatie met hun prinsje of prinsesje. Geen ‘fitties’, ontstaan op verderfelijke social media platformen, die beslecht moeten worden in de kantine of op het schoolplein. Het begin van een ‘schoolloos’ bestaan, eindelijk full time voor m’n eigen bedrijf aan de slag.

Al die sores ruil ik in voor rust en lekker buiten bezig zijn. ’s Morgens om acht uur sta ik op het dak van een appartementencomplex ergens hier in de buurt. De zon begint een beetje door te breken en de dauw ligt nog op de zonnepanelen die ik straks ga schoonmaken. Naast me strijkt een klein vogeltje neer en in de verte zie ik een luchtballon met mensen in het mandje eronder die waarschijnlijk de belevenis van hun leven hebben.

M’n telefoon heb ik laten liggen, beneden in de werkbus, m’n ‘oortjes’ met lievelingsmuziek daarentegen vergeet ik nooit. Ik sta op een dak en vergeet dat dit nu eigenlijk gewoon mijn werk is. De volgende klant is een boer in het buitengebied van Markelo. “Oons volk dut eerst eem koffie drink’n, komt d’r mar efkes bie zit’n, woj d’r un beschuute bie hem?” Als ik klaar ben word ik verrast met een fles verse karnemelk op de zitting van mijn bus. “Good drink’n met dit weer”.

Wat fijn dat je weer plezier kunt ervaren in wat je doet. Weer mensen tegenkomt die oprecht blij zijn wanneer je komt. Mensen die lachen, mensen die vrolijk zijn. Mensen, mijn soort mensen. Niet lullen maar poetsen. Ik gun je alles als je mij dat ook gunt. Gelukkig bestaan die mensen nog.
Levensles geleerd? Zeker! Doen waar je blij van wordt!

Namens Niels,
een fijne dag!