Even snel naar Hengelo. Want Nintendo van de kinderen geeft strijd op. Zo kom ik oog-in-oog te staan met enkele enorme bronzen beren. Inderdaad, het kunstwerk waar Hengelo nu al maandenlang van in de war is. Het zonnetje schijnt en ik neem plaats op een bankje tussen de vijf beren.
Berig
Hoe langer ik de beren bekijk, hoe mooier ik ze ga vinden. Blauwe koepeltjes op de grond symboliseren water. Eén beer klemt achter zijn rug een vis in z’n poten. Een ander heeft een mooie hangbuik. Het lijken me goeie lobbessen. In de tien minuten dat ik tussen de beren vertoef, wordt er volop gefotografeerd door voorbijgangers. Kinderen sluiten vriendschap met de beren. Het brons wordt geaaid en gestreeld. Er is verwondering over de afmeting van de dieren. Ze zijn inderdaad aan de maat, om het voorzichtig uit te drukken.
Ik vind de beren een aanwinst voor Hengelo. Een voorheen kaal plein is tot leven gekomen. Velen beleven er zichtbaar plezier van. Dus geld goed besteed.
Welk dier zou trouwens op het Sterplein thuishoren? Als symboliek voor Goor. Struisvogels? Zou kunnen, maar dan ook tot aan het puntje van de staart in de grond. Of aasgieren? Ook niet gek, een stuk of twintig rond de shoarmastick. Maar het dichtst bij Goor staat voor mij het wilde zwijn. Denk aan Schoolfeest. Denk aan ‘Vrettegoor’. Denk aan het uitverkoopkraampje bij de ingang van de Jumbo. Afijn, zo kan ik nog wel even doorgaan. Lijkt me een mooi plan: voor een half miljoen aan wilde zwijnen in het centrum. Is de discussie over autovrij of niet ook meteen gesloten. Oh, ja, met knorgeluiden als het kan. Oink, oink….