Pretpakket

welbeschouwd1

Het was een vast ritueel. Na afloop van een avondje stappen bij De Zon even langs bij Henkie. Henkie was Henk Dollekamp en hij runde samen met zijn vrouw een soort van cafetaria bijna recht tegenover de ingang van de discotheek. De bestelling, zo rond twee uur ’s nachts, was steevast hetzelfde. “Smiet er maar wat in veur vief guld’n’. En zo schommelde ik wekelijks met mijn pretpakketje huiswaarts.

Niet alleen in zijn houten patatpaleis had ik te maken met Henk. Ook op school kwam ik hem vaak tegen. Eigenlijk vaker dan het Henk en mij lief was. Henk was namelijk conciërge op de ‘oude’ MAVO in de Rozenstraat. Nu was mijn manier van studeren niet bepaald de manier waarop ik het mijn kinderen zou aanraden. Hoe ik in acht jaar tijd, zonder te blijven zitten, met een diploma van de MAVO, de HAVO en het VWO ben gekomen… Het is voor iedereen, mijzelf incluis, nog steeds een enorm raadsel. Het ging nogal ongestructureerd, om het maar eens netjes (en zacht) uit te drukken. Zo kwam het dat ik meer te maken had met conciërges dan met leraren. Dus ook met Henk. Met Henk kon ik het altijd goed vinden. Zat mij tenminste niet zo op de ‘tabbert’. Niet dat ik mij veel aantrok van mensen die ik tegenkwam op mijn ‘tabbert’. Henk schatte dat wel aardig in en bleef dus uit de buurt van mijn ‘tabbert’.
Nadat Henk stopte met de frituurhandel bleven we elkaar in het voorbijgaan groeten. De jaren gingen voorbij. En toen werd bij mijn moeder kanker geconstateerd. Wie zat er naast haar bij de zware behandelingen? Juist, Henk. Ook bij hem had het gif zich in het lichaam genesteld. Als lotgenoten praatten ze veel met elkaar. Mijn moeder is er vooralsnog goed afgekomen, bij Henk sloegen de behandelingen steeds minder aan. Maar hij bleef altijd de opgewekte goeierd met een flinke dosis humor. Als toneelliefhebber wilde hij zijn afscheid zelf regisseren. Dat afscheid kwam er vorige week. Ik wil U de volgende anekdote daarbij niet onthouden. Henk was een enorme wielerfanaat, verzamelde alles wat los en vast zat. Er ging hem op TV bijna geen koers mis. De dokter meldde zich in huize Dollekamp voor de euthanasie. Tussen het verdriet door, behield Henk tot het allerlaatste moment zijn humor. “Doot mer heenig an. Kan’k de finish nog zéén in de Ronde van Spanje”.

Bert Schabbink