Alaaf!

welbeschouwd1

Kom ik zondagmorgen nietsvermoedend op het voetbalveld, barst er ineens een oorverdovend gejuich los. Wat blijkt: ik ben ineens van koninklijke bloede! Zonder dat ik zelf van iets wist, is broerlief de avond ervoor verkozen tot niemand minder dan Prins Carnaval. Prins Paul de, ja de hoeveelste eigenlijk?

Ineens schiet me te binnen dat ik een paar dagen eerder de rekening voor hem heb betaald in een plaatselijke lokaliteit. Daar heb ik ‘m meteen maar even fijntjes aan herinnerd. Of Zijne Koninklijke Hoogheid de openstaande schuld graag even voor de start van het carnavalsseizoen wil inlossen. Schijnt nogal een dure hobby te zijn, dat gedoe met die steek op je hoofd. Aan de andere kant, een blik op één van zijn adjudanten stemt me direct alweer gerust.

Prins Paul. Kan er ook nog wel bij in zijn agenda. Hij zal toch niet denken dat een week acht dagen heeft? Nu wil ik ‘m trouwens ook in vol ornaat op de perstribune commentaar zien geven bij een duel van FC Twente. Met z’n pak, blauwe cape en veer op z’n kop. Gebeurt er eindelijk iets leuks in de Grolsch Veste. “Tadic!! Tadic!! Goede bal op Chadli. Schitterend doelpunt! Alaaf, Alaaf Alaaf”.

Of tijdens een show van Helligen Hendrik ineens ‘Er staat een paard in gang” door de zaal laten galmen. Eens zien of de alias van Bert Eeftink nog zo gecharmeerd is van Skoffelgetje. “’Ik wil op m’n kop een kamerbreed tapijt”, is ook goed.

Hij weet hoe ik erover denk. Ik vind broer(tje) op z’n best als muzikant. Zonder potsierlijke uitdossingen als het even kan. Ooit kreeg hij voor improvisatie een 10 op het conservatorium. U hoort ‘m er niet vaak op, maar hij heeft er echt ééntje in z’n hobbyruimte staan: een klassiek Hammond-orgel met Leslie-box. Daarop spelen kan-ie echt beter dan het uitdelen van onderscheidingen. Vind ik. Het liefst blues. Maar nee, hoor, hij kiest weer voor bruiloftsmeuk. Dat is dan ook wel weer mooi. Gewoon doen waar je zin in hebt en tegen het heil in het nog leuk vinden ook. Zo word je dus de eerste officiële Hofprins.

Prins Paul. We gaan ‘m nog vaak tegenkomen. Met die twee gekke adjudanten van ‘m. Het zal nog wel even duren voordat ik eraan gewend ben.

Bert Schabbink