Huubje…

welbeschouwd1

We hebben wat afgevoetbald op het pleintje in de Putterstraat. Het pleintje is er niet meer. Het aanpalende houten schoolgebouwtje is ook weg. In mijn herinnering waren we met een stuk of tien. Een bont gezelschap. Ook nu nog. Dat geldt zeker voor diegene wiens achternaam tegenwoordig is afgekort tot één letter.  Een teken dat er iets niet goed is gegaan. Huub F. Voor ons was het altijd ‘Huubje’.

Na de lagere school waaierde ons voetbalgroepje alle kanten op. Sommigen heb ik echt nooit meer gezien. Huubje kwam ik af en toe tegen. En ik moet zeggen: ik lag wel eens dubbel van het lachen. Zo bestelde hij ooit eens een mixje. Kosten 13 euro. De kastelein rekende hem voor hoe de prijs was opgebouwd. Zijn repliek: “Als ik een glas bier bestel, hoef ik het schuim toch ook niet apart te betalen?”.

De laatste keer dat ik hem sprak was op een zaterdagochtend op het voetbalveld. Hij ging vaak kijken bij zijn neefje. Hij klaagde vooral over geldgebrek.

Ondertussen hoorde je de verhalen hoe hij beetje-bij-beetje afgleed. Gekke dingen werden steeds gekker. Verhalen over drank in combinatie met verdovende middelen. Uit de band springen werd steeds vaker ontsporen.

En nu zit ‘Huubje’‘ vast. Op verdenking van meerdere overvallen. Ook gewapend. Ik kan er niets aan doen, maar dan moet ik toch altijd denken aan de tijd van het pleintje. Veel voetballen, af en toe ‘blikspuit’. Huubje was er altijd bij: plezierig, druk. Niets wees erop dat hij de weg kwijt zou raken.

Medelijden met hem heb ik niet. Wel met zijn naaste omgeving. Ik ken Huub’s ouders niet anders dan eerlijke hardwerkende mensen. Zij zullen zich altijd afvragen wat ze verkeerd hebben gedaan. Hadden ze bepaalde situaties anders aan moeten pakken? Want wat er ook is gebeurd, het blijft wel hun oudste kind. Een onbeantwoord schuldgevoel als eeuwig litteken.

De gebeurtenissen rond ‘Huubje’ hebben ook bij mij de ogen geopend. Ik heb ook twee zoons. Zouden zij ooit in de gevangenis terecht kunnen komen? Nu zijn ze plezierig, speels en af en toe ondeugend. Net als hij toen was. En ik ook. Door ‘Huubje’ zeg ik nooit nooit. Dat is mijn les van 2012.

Bert Schabbink