Gaat ‘De Ster’ weer stralen?

welbeschouwd1

Het was de warmste (na)zomer sinds mensenheugenis. Op en top terrasweer. Maar in Goor zit het belangrijkste terras potdicht. ‘Wegens omstandigheden gesloten’ prijkt er op een briefje. Deze week worden de deuren heropend. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Natuurlijk gunt iedereen de familie Weerkamp het allerbeste, maar er wordt afgetrapt met een vervelende achterstand.

Misschien was het vlaag van helderziendheid? Zelf denk ik eerder aan een mengeling van koppigheid en alcoholische beneveling. We schrijven donderdagavond 27 juni. Vrijdagmorgen 28 juni mag ook. Inderdaad, Schoolfeest. Ik wil een paar biertjes bestellen aan het schap bij De Ster. U raadt het al: geen blauwe muntjes. Of ik even naar buiten wilde gaan om mijn geld via een automaat om te wisselen in muntjes. Maar dat muntje viel net even verkeerd. Achter het schap stond gewoon een kassa. Met gewoon personeel. En ik had gewoon geld. Dus vond ik dat ik gewoon met ‘normaal geld’ moest kunnen betalen.

Na wat gesoebat kwam het goed. Er zijn nogal wat bezoekers die dat weekeinde blauwe muntjes hebben gekocht. In een enkel geval zelfs behoorlijke aantallen. Die kunnen nu dus fluiten naar hun consumpties en, belangrijker, geld. Iedereen begrijpt wel dat een startende ondernemer niet met een dergelijk lijk in de kast wil beginnen, maar echt lekker is de situatie natuurlijk niet. Het is geen fijn gezicht als je het nachtkastlaatje opentrekt en maandenlang tegen blauwe munten aankijkt die van de ene op de andere dag waardeloos zijn.

De Schoolfeestvierder zal zich volgend jaar wel twee keer bedenken als het op muntjes kopen aankomt bij de Ster. De nieuwe uitbaters doen er verstandig aan om dat (klein)leed op wat voor manier dan ook iets te verzachten. Al was het alleen maar om een goede binnenkomer te hebben. Want de Ster staat er door de gebeurtenissen van de laatste weken ‘niet goed op’. En da’s niet alleen door de muntjeskwestie. De turbulente wisseling van de wacht, het sluiten van de deuren: het heeft niemand goed gedaan. Met de beschuldigende vinger wijzen is niet relevant, wel mogen alle betrokkenen zich die lege plek middenin Goor aanrekenen. De zon had daar moeten schijnen, niet een kale ster.

Bert Schabbink