Brief WMO-raad aan college van B&W

De Wmo-raad is zeer te spreken over de bijeenkomst tussen wethouder Pieter van Zwanenburg, Wendy Bent en de Wmo-raad Hof van Twente. Dankzij het bundelen van de krachten staat de Hof van Twente er volgens de WMO-raad er goed op bij Tweede Kamerlid Otwin van Dijk, die in discussie ging met de betrokken partijen. De WMO-raad heeft in een brief ongevraagd advies gegeven aan het college van B&W. Hieronder de brief:

Brief Marcel Kummel:

Zeer geacht College,

Als Wmo-raad spreken we onze waardering uit voor het gezamenlijk optreden van afgelopen dinsdag, door de wethouder, de heer Pieter van Zwanenburg, de ambtelijk vertegenwoordigster van de gemeente, mevrouw Wendy Bent en de Wmo-raad Hof van Twente. Dankzij het bundelen van onze krachten hebben we de Hof van Twente bij Tweede Kamerlid Otwin van Dijk goed op de kaart gezet.

Tijdens deze bespreking is een aantal zaken aan de orde geweest op grond waarvan de Wmo-raad Hof van Twente, door middel van deze brief, graag een ongevraagd advies uitbrengt.

Otwin van Dijk benadrukte onder andere dat het aspect keuzes van de gemeenten met betrekking tot inkoop van de zorg van eminent belang is bij de transities. Tijdens de bijeenkomst bleek ook dat de 14 gemeenten (Samen 14) begin maart beslissingen nemen met betrekking tot dit belangrijke aspect inkoop.

Hoewel wij aannemen dat er geen onomkeerbare beslissingen genomen zullen worden en dat Wmo- raden en gemeenteraden vroegtijdig worden betrokken, willen we op dit belangrijke punt vooraf ongevraagd een aantal adviezen geven.

Het Rijk heeft de overheveling van zorg naar gemeenten steeds beargumenteerd met de visie dat gemeenten veel dichter bij de burger staan en dat er omwille van de gewijzigde financiële omstandigheden sprake zal zijn van een herinrichting van- en cultuuromslag in de samenleving. Opbouwen van onderaf is het devies, waarbij in het geval van hulp en zorgvragen eerst het eigen sociale netwerk zal moeten worden ingeschakeld.

Het initiatief van de 14 betrokken gemeenten om door middel van Samen 14 de krachten te bundelen is gezien de complexiteit en de omvang begrijpelijk. Het is een snelle manier om met een groot volume zorgcontinuïteit te waarborgen. Er schuilt echter ook het gevaar in van “toch weer afstand/veraf”, “status quo” en kosten van “kwartiermakers” en “tussenschijven”. Daarnaast bestaat het gevaar dat het door de bevolking als tegenstrijdig, als “een spagaat” wordt ervaren: hoezo dichtbij, hoezo van onderaf, hoezo goedkoper, weer een tussenlaag er bij en/of zouden de gemeenten in het geval van een te groot accent op Samen 14 zelf dan wel het goede voorbeeld geven en in dat geval wel het goede signaal afgeven?

Een land met alleen snelwegen functioneert niet. “Dichtbij de burger”, “eigen netwerk van de gemeente eerst, ook aanvullend op de persoonlijke sociale netwerken”, “korte rechtstreekse lijnen” en “opbouw van onderaf” is het advies van de Wmo-raad.

Dit advies betekent dat bij de beslissingen met betrekking tot de inkoop van zorg gekozen moet worden voor “eerst lokaal en dan regionaal” en eerst lokaal betekent eerst binnen de gemeentegrenzen, met name als daarbij ook de gewenste sociale beweging geïnitieerd wordt. Nieuwe initiatieven en kleinere organisaties moeten eerst en rechtstreeks, zonder dat dit via grote instituten of dat dit perse in samenwerkingsverbanden of via tussenlagen zou moeten, met de desbetreffende gemeente afzonderlijk prestatieafspraken kunnen maken: in de geest van de oorspronkelijke bedoelingen van de kanteling! Met betrekking tot inkoop zal voor de beschreven keuzes serieuze budgetruimte afgesproken moeten worden:  een substantieel percentage, van, naar de mening van de Wmo- raad, indicatief minimaal 20 % tot 25 % van het hele zorgbudget dat met de transities gemoeid is.

Met betrekking tot PGB wil de Wmo-raad haar eerdere advies onderstrepen om PGB uit het “verdomhoekje” te halen en in de Wmo serieuze mogelijkheden te scheppen voor echte PGB’s om de eigen zorg te regelen:  met eigen regie en eigen  keuzevrijheid. Otwin van Dijk stelde tijdens onze bespreking met nadruk het daar volledig mee eens te zijn en gaf aan dat in Den Haag met betrekking tot PGB’s de “kan-bepaling” is vervangen door een “moet-bepaling”, wat betekent dat gemeenten verplicht zijn om PGB’s in het kader van de Wmo mogelijk te maken.

Nu er in de afgelopen tijd veel controle- en toezichtmechanismen zijn toegevoegd, zoals het laten verlopen van de financiën via de SVB, adviseert de Wmo-raad om de inkoopafspraken zodanig te maken dat er ook serieuze ruimte geschapen wordt voor concrete PGB toepassingen. Ook voor dagbesteding en ook beneden de zo genoemde 10 urengrens, waarvan ons vele signalen bereiken dat mensen tussen wal en schip vallen of achter de geraniums moeten blijven, wat vanuit preventief oogpunt zeer onwenselijk is.

Graag vernemen wij uw reactie op onze adviezen voordat de inkoopbesprekingen begin maart worden ingezet en afgerond.

Vriendelijke groeten,

Wmo-raad Hof van Twente

M.M. Kummel