Broederschap…

Hoe fijn is het om je soms even helemaal terug te kunnen trekken uit de dagelijkse beslommeringen. Even geen rekening houden met de klok en een paar dagen geen hoofdbrekende dilemma’s die je voorgeschoteld worden op je werk. Geen agenda en geen trillende en piepende telefoon in je zak die je bijna dwingt om er elke tien minuten op te kijken. Afgelopen weekend was zo’n weekend. Een weekend op pad met mijn motorvrienden.

De reis ging naar het zuiden van Duitsland. Ik heb al eerder genoemd dat Duitsland mijn land is. Het land van bier en bockwurst, maar vooral het land van ruimte, vriendelijke mensen en goede infrastructuur. Vrijdag in alle vroegte rol ik mijn motor uit de schuur, de avond ervoor had ik hem al bepakt en bezakt, klaar voor vertrek.

Motorkleding aan, helm op en handschoenen aan, contactsleutel omdraaien maar vervolgens niet het geluid van bulderende uitlaten en reuk van gasdampen maar in plaats daarvan een tikkend geluidje wat wijst op een lege accu. Dat zal toch niet! Waarschijnlijk toch een paar draadjes niet helemaal goed aangesloten toen ik een, voor mijn doen, geniaal navigatie- oplaatsysteem had ingebouwd. Snel de accukabels erbij, auto ervoor en starte die motore…

We zijn al een mooi eindje onderweg wanneer ik op een kilometer of 250 begin te merken dat de temperatuur van mijn stalen ros een beetje aan het oplopen is. Op zich niet zo gek, het is onwijs warm, heet asfalt en de warmte van de motoren voor mij komt me tegemoet. Maar toen dat wijzertje in het rode vlakje bleef staan was het tijd om even een noodgedwongen stop te maken.

Beetje motorolie erbij, koelvloeistof checken, zijn alle zekeringen nog heel en de accu doormeten. We rijden al jaren op oude troep heel Europa door dus voor verrassingen staan we niet zo snel. Hup, gaan met die banaan. Na twintig kilometer rijden breekt het wijzertje van de olietemperatuur zo’n beetje af. Niet goed dus en maar weer naar de kant. Wat kan er nu zijn dat dat kreng het zo warm krijgt? De dop van de radiateur er maar eens voorzichtig afdraaien. Oei, dat ding staat zo droog als het peerd van Christus na drie dagen in de woestijn. Twee liter water zorgde ervoor dat m’n beesie wat afkoelde en dat we verder konden richting onze bestemming.

Na een prachtige dag rijden over hete wegen komen we eindelijk aan op de campsite waar het feest dit weekend los barst. We zoeken een plekje voor onze tentjes en installeren ons “mannenkamp”. Al het overbodige, wat je niet echt nodig hebt, hebben we thuis gelaten. Wat er dan overblijft is enkel een simpel klapstoeltje, knakworsten uit blik en lauw bier. De telefoons gaat uit, horloges in de tas en het verstand kan eindelijk op nul. En het mooie is dat er rondom ons heen nóg duizend van die levensgenieters staan met dezelfde intentie voor dit weekend.

Prachtig zo’n internationale motor-broederschap met tig verschillende talen waar uiteindelijk iedereen elkaar verstaat.

Namens Niels,

een fijne dag…