Evenement details:

• En waar waren de omwonenden ?

  Laat ik eens beginnen met een compliment. Een dikke pluim. Ik vind dat de Goorse brandweerlieden een fantastische inzet hebben getoond tijdens verwoede pogingen om een ammoniaklek te dichten in één van de voormalige gebouw op het terrein van de vroegere firma Bouwens aan de Molenstraat. Oh, ironie. De vroegere slachtafvalverwerker veroorzaakt zelfs nog overlast en bergen werk tijdens de sloop. Ook hulde voor de officier van dienst: Martin Damveld. Stoicijns en adequaat reagerend op een penibele, zeer gecompliceerde situatie. Een brandje blussen is 1, de bestrijding van gevaarlijke stoffen is 2. Wat zeg ik: buitencategorie. Omdat de Goorse spuitgasten er niet of nauwelijks ervaring mee hebben, vind ik het grote klasse hoe zij dinsdag opereerden. Ik heb ook veel respect voor de dienders die nietsvermoedend een wolk van ammoniak inreden, vervolgens het verkeer moesten omleiden én toch last kregen van misselijkheid, benauwdheid en hoofdpijn. 

  Hoewel ik óók respect heb voor de aanwezigheid ´s avonds van plaatsvervangend locoburgemeester Sybom, ben ik minder te spreken over de gemeentelijke voorlichting die dag én avond aan de omwonenden. Dat leek hélémaal nergens op. Sterker nog: er was geen gemeentelijke communicatiestrateeg, deskundige of senior-communicatie-medewerker aanwezig om direct aanwonenden van informatie te voorzien. Schandalig. Zelfs de volgende ochtend was de post pas ná negen uur bemand. En dat terwijl de kwestie zelfs dinsdagavond de landelijke zenders haalde.

  Les 1 van overheidscommunicatie. Bij een incident of calamiteit met ontsnapping van gevaarlijke stoffen ligt de communicatie richting burger NIET bij de hulpverleners. Die zijn druk met de inzet en bestrijding van de calamiteit.

  Les 2: direct nadat hulpverlening/calamiteitsbestrijding op gang is gekomen, verzorgt het hoofd van de openbare orde (lees burgemeester of vervanger) de communicatie naar de burger of schakelt daartoe communicatiemedewerkers in. In het gemeentehuis is op de afdeling een staf aanwezig die zsm een brief doet uitgaan naar omwonenden. Hierin de mededeling wat er gaande is en wat de risico´s zijn. Zeker als ramen en deuren gesloten moeten blijven. Een andere medewerker doet de externe contacten met de media. Vervolgens wordt nog DIEZELFDE avond een bijeenkomst voor de buurt georganiseerd bij een nabijgelegen horecagelegenheid: bijvoorbeeld De Bebsel. Hier wordt de stand van zaken gemeld en wat te doen voor de nacht en volgende ochtend.

  Les 3: Bewoners die in een straal van een kilometer wonen worden via een geluidswagen van de politie of anderszins op de hoogte gesteld. Bovendien wordt voor meer informatie verwezen naar de lokale gemeentelijke site, Goorsnieuws én de regionale zender RTV Oost.

  Les 4: Een dag na het incident wordt ´s avonds een 2e bijeenkomst gehouden voor de omwonenden waarin een overzicht van de gebeurtenissen wordt gegeven plus aanvullende informatie over het verdere verloop.

  En zeg als gemeente NIET dat deze calamiteit daar niet binnen paste. Als het gemeentelijk informatiecentrum veel vragen krijgt van burgers ( zie brief omwonenden), als 8 mensen zich moeten laten behandelen voor misselijkheid, hoofdpijn of benauwdheid dan heeft de lokale overheid een brede, snelle en adequate informatieplicht. Ik roep hierbij de raad unaniem op opheldering te vragen.

  Rob Vorkink